voortplanting

Een konijn wordt, afhankelijk van het ras, volwassen op een leeftijd van 5 tot 12 maanden.

Kleine rassen zijn eerder volwassen dan grote.

Anders is het gesteld met de leeftijd waarop de dieren geslachtsrijp zijn.

Een ram komt op een leeftijd van 5.5 maand in zijn vruchtbare periode en de voedster al op een leeftijd van 4.5 maand.

Vanaf deze leeftijd zal het vrouwtje zich ook alten dekken en kan er na enige tijd een nestje geboren worden.

Het is beter de voedster niet voor een leeftijd van 6 maanden ( liever nog later) te laten dekken.

Een te vroege dracht kan bij de voedster blijven schade veroorzaken.

Het is dus voor de bezitter van een 5 maanden oude voedster oppassen geblazen.

Zelfs een op het oog zeer vluchtig contact met een ram, bv. die van de buren, kan resulteren in de geboorte van een nestje.

De voortplantingscyclus

Wilde konijnen hebben een regelmatige cyclus, maar bij tamme konijnen is deze regelmaat grotendeels verdwenen.

Een tamme voedster zal zich gedurende een periode van 4 tot 7 dagen laten dekken waarna een inactieve van periode van 1 tot 2 dagen volgt.


Globaal komt het er dus op neer dat een tamme voedster vrijwel altijd bereid is zich te laten dekken.

Een hitsige voedster is onrustig, bijt in het stro en woelt.

Als de vagina rood en gezwollen is is het juiste ogenblik aangebroken om haar te lanen dekken.

Vooropgesteld natuurlijk dat de eigenaar een nestje wil.

Een konijn is net als de poes en de fret een 'induced onvulater'.

Dat houd in dat er alleen een eitje springt als er een dekking, of een stimulatie van het geslachtsapparaat heeft plaatsgevonden.

Zo'n 9 tot 13 uur na de dekking treden de eisprongen op.

Bij een voedster die niet met ander konijnen in aanraking komt, zullen dus ook geen eitjes springen.

Is er langer tijd geen mogelijkheid om te paren, dan zullen ten gevolge van deze onthouding, steriliteitverschijnselen bij de voedster optreden.

Het vrouwtje zal niet meer bereid zijn te paren.

In veel gevallen kan deze steriliteit opgegeven worden door de voedster een aantal dagen inde buurt, maar wel gescheiden, van de ram te zetten.

Als de voedster deken moet worden, ga dan altijd met de voedster naar het hok van de ram.

De ram zal in zijn eigen hok beter dekken en de voedster zal door de vreemde omgeving overbluft zijn wardoor ze minder agressief is.

De bereidwilligheid van een voedster om zich te laten dekken wisselt.

Soms weigert een voedster de ene ram, terwijl ze een andere ram wel accepteert.

Soms accepteer ze een ram de eerste keer en weigert ze hem de tweede keer.

%Als de dekking niet binnen ongeveer 10 minuten is opgetreden, is het beter enige dagen te wachten en het dan weer opnieuw te proberen.

In het algemeen is 1 dekking voldoende voor een goede bevruchting.

Mochten er twijfels zijn, dan moet de dekking snel, binnen 5 uur, herhaald worden.

Belangrijk is nog op te merken dat het beter is niet bij de paring in te grijpen.

Zijn er onoverkomelijke problemen, dan is het tegenwoordig mogelijk kunstmatige inseminatie uti te voeren.

De duur van de dracht

De drachtigheidsduur van een vrouwtje varieert van 31 tot 32 dagen.

De variatie in deze draagtijd is bij konijnen gering.

Naast erfelijke factoren en individuele verschillen wordt de lengte van de dracht in hoge mate bepaald door het aantal jongen dat in de baarmoeder aanwezig is.

Grote nesten worden in het algemeen eerder geboren dan kleine nesten.

Als de dracht korter is dan 29 dagen, dan worden er geennormale wormen geboren.

Vlak voordat de jongen geboren worden, zal de voedster de haren onder haar  buik en borst wegplukken waardoor de 4 paar tepels beter uitkomen.

Ze zijn dan beter bereikbaar geworden voor de jongen.

Geboorteproblemen komen bij het konijn zelden voor aangezien de  jongen, in vergelijking tot de geborteweg klein zijn.

Het herkennen van een drachtige voedster

Er zijn een aantal manier om te onderzoeken of de voedster drachtig :

  1. De meest betrouwbare bevestiging word verkregen door na een draagtijd van 11 dagen een röntgenfoto de maken. De jongen zijn dan in de baarmoeder te herkennen. Er kan op deze wijze ook een onderscheid tussen de dracht en een baarmoederontsteking gemaakt worden.
  2. Op de 10e of 11 e dag kan er een ram bij de voedster geplaats worden. Normaal wordt der ram niet door de drachtige voedster geaccepteerd, terwijl een niet-drachtige voedster de ram natuurlijk wel accepteert. Er komen echter uitzonderingen op deze regel voor.
  3. 12 tot 14 dagen na een geslaagde bevruchting zijn de jongen in de baarmoeder te voelen. Leg daarvoor een hand over de nek van het konijn en betast me de andere hand voorzichtig  de buik tussen de achterbenen. Na enige tijd oefening zijn de vruchten te voelen. Soms worden er fouten gemaakt doordat ontlastingsballen in de endeldarm met vruchten worden verwisseld.
  4. Aan het einde van de dracht zullen de melkklieren gaan zwellen wat eveneens een extra aanwijzing is.

Meerdere drachtige vrouwtjes bij elkaar

Als er meerdere vrouwtjes gedekt zijn, soms per ongeluk, is het niet nodig deze voedsters, die het waarschijnlijk goed met elkaar kunnen vinden van elkaar te scheiden?

Gedreunde de dracht zullen ze nauwelijks anders met elkaar omgaan dan voor de dracht.

Zorg er wel voor dat ze binnen het hok een afgescheiden ruimte krijgen waarin ze hun nestje kunnen bouwen en hun jongen kunnen werpen.

De ram kan beter uit de buurt blijven.

Het kan namelijk voorkomen dat de ram de jongen aanvalt.

Ook dient de voedster rust te krijgen en niet vlak na de geboorte van de jongen opnieuw door de ram gedekt te worden.

In een aantal gevallenis het mogelijk de jongen van de ene voedster, zie ziek is of een groot nest heeft geworpen, naar een ander voedster met weinig jongen over te leggen.

Als dit snel gebeurd nadat de voedster, die de jongen moest ontvangen, heeft geworpen, ontstaan er in het algemeen weinige problemen.

Schijndrachtigheid

als om wat voor reden dan ook de eitjes wel springen maar niet bevrucht worden, treedt er bij het konijn een schijndrachtigheid op.

Dit wordt veroorzaakt doordat er in de eierstokken ten gevolge van de viersprong 'gele lichaampjes' gevormd worden die het drachtigheidshormoon produceren.

Er zullen zich in deze tijd geen nieuwe eitjes ontwikkelen en de voedster zal zich niet latend dekken.

Ook aan het einde van de schijndrachtigheid zal de voedster nestgedrag vertonen.

Dit nestgedrag treed bij schijndrachtigheid, in veergelijking tot een gewonde dracht, ecter eerder op, namelijk al na 17 tot 18 dagen.

Ook zal de voedster zich na 18 dagen weer door de ram laten dekken.

Een normale drachtige voedster zal der ram nog steeds pertinent weigeren aangezien ze nog midden in de dracht zit.

Is een voedster schiijndracthig geweest, dan is het van belang deze voedster nauwkeurig inde gaten te houden aangezien er iets niet in orde kan zijn.

Soms is er sprake van een baarmoederontsteking, maar ok kan er sprake zijn van een stofwisselingstoornis of hormonale en/of psychische (overbevolking) aandoeningen.

Het aantal jongen dat geboren kan worden

De geboorte vindt meestal vroeg in de ochtend plaats.

De jongen zijn in de meeste gevallen binnen 30 minuten geboren.

De grootte van het nes is afhankelijk van het ras, het seizoen, de leeftijd van de voedster en het aantal nesten dat de voedster al heeft gegeven.

Het aantal jongen varieert van 3 tot 12.

Grote rassen werpen in het algemeen meer nakomelingen per nest.

Dwergkonijnen hebben gemiddeld maar 2 tot 3 jongen per nest.

Na de geboorte  dient het zo rustig mogelijk rond het nest te blijven, maar natuurlijk mogen we het netst even controleren.

De jongen, die naakt en met de oogjes gesloten worden geboren, wegen 30 tot 100 gram.

Ze zijn volledig van de moederzorg afhankelijk?

Het is belangrijk dat de nesttemperatuur tussen de 30° en 35° ligt.

Als de temperatuur lager wordt treden er groeivertragingen op en kunnen de jongen sterven.

Als de voedster het nest kan verlaten, is het van belang te controleren of ze niet per ongeljuk een jong, dat nog aan de tepel hangt, uit het nest sleept.

Ze zal dat jong namelijk, in tegenstelling tot bv. de rat of de muis, niet terug naar het nest brengen.

De nageboorte

Aangezien het konijn, evenals de andere 'knaagdieren', eigenlijk een prooidier is, is het voor dit dier belangrijk zo min mogelijk sporen van den geboorte na te laten.

Het zou de roofdieren op een idee kunnen brengen.

De moeder zal dan ook het vlies dat over het jong heen zit, stuk bijten en daarna opeten?

Door de hormonale gesteldheid van de tamme voedster zal ook zij dit gedrag, zelf in veilige vertrouwde omgeving, nog steeds laten zien.

Soms gaat de voedster echter nog verder en eet de jongen er ook bij op.

Deze vorm van kannibalisme komt in sommige erfelijke lijnen voor en woedt in een aantal gevallen veroorzaakt door teveel onrust rond het nest of door een onbekende omgeving.

De voedster zal geen nadeel ondervinden van de nageboorte die ze opgegeten heeft.

Het is een goede eiwitbron die haar wat extra voedingstoffen geeft bij haar zware taal al de jongen te voeden.

Heeft ze veel nageboorten opgegeten, dan kan ze de volgende dag aan de diarree zijn.

Deze is vrijwel altijd van korte duur.

De jonge konijntjes

De pasgeboren konijntjes zijn volledig op hun moed er aangewezen.

De jonge diertjes liggen in het nest dat de voedster van haar eigen haar en van het stro gemaakt heeft?

Ze zoogt de jongen zo'n 1 tot 2 keer per dag?

Meestal alleen 's morgens.

De jongen drinken gemiddeld 2,7 tot 4,5 minuten.

Na het drinken likt de moeder de buikjes van de jongen om deze te masseren waardoor de ontlasting beter afkomt.

Na ongeveer 10 dagen gaan de oogjes van de jongen open en dan beginnen ze langzaam het nest te verkennen.

Na 2 weken wordt de melkgift langzaam minder en a 3 weken beginnen de jongen het voer van de moeder te proeven.

Na  deze 3 weken starten ze ook met pogingen het nest te verlaten.

De jongen kunnen als ze  6 tot 8 weken oud zijn bij de moeder verwijderd worden.

Verwijder ze niet allemaal ineens, maar bv. om de dag 1 of 2 jongen om melkstuwing bij de voedster te voorkomen.

Het is verstandig de dieren op een leeftijd van  10 - 12 weken te sexen.

De rammen kunnen dan van de voedsters verwijder worden om ongelukken te voorkomen.

Bijvoeding

In het algemeen heeft de voedster voldoende melk voor alle jongen en is het beter het nest met rust te laten.

Als de voedster koorts heeft of zelf te weinig kan drinken, kan het voorkomen dat de jongen te weinig melk krijgen.

Ze zullen dan eerder dan normaal, dus al voor de leeftijd van 3 weken het nest proberen te verlaten om voedsel te zoeken.

Hieraan kan de te lage melkgift herkent worden.

In deze gevallen en als de voedster sterft, zullen d jongen bijgevoerd moeten worden.

Konijnenmelk is rijker dan koemelk en bevat ongeveer 12% eiwit, 13% vet, 2% lactose en 25% mineralen.

Voer daarom nooit gewone koemelk.

Er wordt een goed product verkregen door gewone koemelk te mengen met caliumcaseinaat in de verhouding van 1 :20.

Bij de dierenarts zijn ook melk vervangende producten te verkrijgen.

De jongen moeten 2 x per dag gevoerd worden totdat het buikje vol en rond is.

Probeer de jonge konijntjes daarnaast zo veel mogelijk aan het krachtvoer te wennen.

Met groenvoer is het een beetje oppassen geblazen om dat de jonge dieren diarree van kunnen krijgen.

Wordt gerust lid van de facebookpagina : sloebers farm
Je kan er al je vragen stellen en dingen te koop zetten en/of vinden die mensen te koop hebben 
Powered by Webnode Cookies
Create your website for free! This website was made with Webnode. Create your own for free today! Get started