huisvesting
Aangezien konijnen snel en goed zindelijk te laken zijn, kunnen ze ook los in de kamer gehouden worden.
De dieren zullen het gezelschap van hun medebewoners na een korte gewenningsperiode meestal zeer op prijs stellen.
Vreemden worden eerst wat angstig vanuit een veilige plek geobserveerd maar in het algemeen zal het niet lang duren voordat het konijn nieuwgierig aan hun kleiding komt snuffelen.
Zorg ervoor dat het loslopende konijn een konijnbak heeft waarbij zijn behoefte kan doen.
Een ban van 20 cm breed en 35 cm lang voldoet goed.
Om uitkrabben van het strooisel te voortkomen dient de bak een opstaande rand van ongeveer 4 tot 5 cm te hebben.
Het beste kan er kattebakvulling gebruiken worden.
Daarnaast stelt het loslopende konijn een 'slaaphok' zeer op prijs.
Een bakje dat 2 tot 2 keer zo groot is als het konijn voldoet al goed.
Zet dat bakje op een rustige plaats en verschoon het regelmatig.
De keuze van het hok
De grootte van het konijn bepaald de grootte van het hok.
Onderstaande richtlijnen voor minimale bodemmaten van het hok voor de verschillende rassen voldoen goed, groter is altijd ook goed :
- voor grote rassen : 120 x 70 cm en 60 cm hoog
- voor middelgrote rassen : 90 x 60 cm en 50 cm hoog
- voor kleine rassen : 75 x 60 cm en 50 cm hoog
- voor dwerg rassen : 40 x 50 cm en 50 cm hoog
Let op : de maten die opgegeven zijn minimummaten; ideaal is als het hok groter is.
Zorg altijd voor een voldoende groot hok om gedragsafwijkingen te voorkomen.
Daarnaast is het beter een traliekooi te nemen in plaats van een plastic bak.
De luchtcirculatie is van een traliekooi veel beter en het konijn krijgt het er ook niet zo snel benauwd.
Aangezien konijnen af en toe in hun kooi moeten kunnen gaan graven is het verstandig een koot te nemen met een opstaande, dichte rand rond de bodem.
Dit voorkomt in grote mate dat strooisel buiten de kooi raakt,
Wordt er voor een plastiek gekozen, zet deze dan nooit inde zon.
Kooien of bakken waarbij de bodem uit een traliesrooster bestaan, zijn uit den boze.
De konijnen kunnen door het rooster verwonden aan hun voetzooltje oplopen die in een aantal gevallen moeilijk te genezen zijn.
Het drinkbakjes
Als het konijn de beschikking heeft over een normale kooi, dan zal een drinkbakje niet voldoen.
Het konijn houdt namelijk niet zoveel rekening met de drinkbakje en zal er veelvuldig doorheenlopen of het omstoten.
Het gevolg is dat de bodembedekking snel nat wordt en het drinkwater mat allerlei stoffen verontreinigd wordt.
Het is daarom beter een drinkflesje voor het konijn te kopen.
Dit flesje kan eenvoudig aan de kooi opgehangen worden.
Aangezien konijn soms aan de drinknippel van het konijenfles gaat knagen dient deze drinknippel van sterk roestvrij staal gemaakt zijn.
Het water zal druppelsgewijs naar buitenkomen en nadat we het konijn io deze drinkwatervoorziening hebben gewezen, zal het dier snel uit het konijnenflesje leren dringen.
Het voerbakjes
Konijnen kunnen soms nogal wild tekeer gaan in hun hok, soms omdat ze opgewonden zijn, een andere keer omdat ze in de bodem willen graven.
Ze hebben dan totaal geen oog voor de spulletjes die in hun kooi aanwezig zijn.
De voerbak wordt dan ook zonder pardon onder de voet gelopen.
Als de voerbak daarbij omvalt, zweeft al het voer door de kooi.
Dat is niet goed voor de hygiëne en het geeft een rommelige indruk aan de kooi.
Daarom is het verstandig een voerbak te nemen die snel omvalt.
De voerbak dient derhalve van onder breder te zijn dan van boven.
Koop geen bakje dat van breekbaar plastiek of kunststof is gemaakt; ook hout is geen goed materiaal aangezien het konijn graag knaagt en zijn tanden dus snel in het houten bakje zal zetten.
Een voerbak voor een konijn kan het beste uit geglazuurd steen bestaan.
Het bakje zal door het materiaal extra zwaar zijn waardoor het ook weer moeilijker wordt voor het konijn op het om te stoten.
De plaats van het binnenhok
Een konijn houdt van een rustige omgeving van waaruit het mogelijk is de mensen in huis te observeren.
De temperatuur mag niet teveel wisselen.
Zet de kooi niet op een plaats waar de felle zon kan schijnen.
Ook een plaats voor een raam die open kan, is verkeerd.
Het kan daar namelijk verraderlijk tochten.
zet de kooi ook niet te dicht bij de verwarming, want ook daar kan het te warm worden.
Een konijn kan heel slecht tegen de warmte.
Een plaats naast een luidsprekerbox is natuurlijk ok sterk af te raden..
Het harde geluid maakt het dier alleen maar onrustig.
Een goede plaats is op een niet te hoge kast die staat op een plek in huis waar af en toe mensen langskomen.
Houd ook rekening met de andere huisdieren, die aanwezig zijn.
Een kat die de hele tijd om de kooi koopt te loeren, kan het konijn zeer opgewonden en angstig maken.
De buitenren
Wanneer ze dag en nacht buiten gehouden worden, dan dient er in de ren een tochtvrij hok gemaakt te worden waarin de konijnen kunnen slapen.
Zet de uitgang van het hok bij voorkeur op het zuiden.
Het hok hoeft niet grot te zijn, maar aangezien het ook af en toe schoongemaakt moet worden, mag het ook niet te klein zijn.
Het is verstandig het hok aan den binnenkant met wit kalkt te beschilderen om eventueel parasieten te bestrijden.
De witkalk droogt de parasieten uit en dicht allerlei kiertjes waarin ze zich kunnen ophouden.
Om ontsnappen van de konijn te voorkomen moet het gaas van de buitenren een halve meter diep in de grond gegraven worden.
Als er veel katten inde buurt zijn is het verstandig de buitenrek ook met gaas te overkappen zodat de katten niet in de ren kunnen komen.
Zet de buitenren niet in de volle zon, maar in en schaduwrijke omgeving zodat de konijnen het zomers niet te warm krijngen.